Lekker dier

Wablief? Lekker stuk?

We houden van onze dieren.  Met hart en ziel.  Van elk van hen en van elk deel van hen.  Ook van hun vlees.  

Onze dieren leven een goed leven: in de vrije natuur en in hun gekende groep met zo weinig mogelijk stress.  Om die goede omstandigheden te kunnen aanhouden, moet de kudde onder controle gehouden worden.  Te veel runderen op een te kleine oppervlakte zorgt immers voor honger en stress en verstoort de rangorde binnen de groep.  Bovendien moet de bloedlijn zuiver blijven en om inteelt te vermijden moeten er al eens dieren vertrekken.  Soms naar een ander gebied, soms naar de eeuwige velden.

Onze hoofdactiviteit blijft het begrazen van natuurgebieden en omdat de runderen alle tijd krijgen om rustig te groeien, zal het vlees in beperkte hoeveelheid aangeboden worden.  Al het door ons geselecteerd vlees komt enkel van Schotse Hooglanders die natuurgebieden begrazen. 

De smaak en kwaliteit van het vlees van de Schotse Hooglander wordt volledig bepaald door het gevarieerd menu dat natuurgebieden hen te bieden hebben.  Hun dieet bestaat uit grassen, heesters, jonge scheuten van bomen en (on)kruiden.  Omdat Highlanders zichzelf warm houden door hun vacht en niet door een vetlaag is hun vlees meer gemarmerd met vet in plaats van omrand.  Door hun dieet van eiwitarme grassen en omdat er geen krachtvoer aan te pas komt is hun vlees echter minder vet dan dat van gemeste soortgenoten.  Bovendien is hun vet cholesterolarm.

Het donkerrode vlees van de Hooglander is zacht en mager.  Volgens studies in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk is het vlees van Schotse Hooglanders zelfs zo mager dat het vetgehalte vergeleken kan worden met kip of vis.  Het vetgehalte zou maar liefst 38% lager liggen dan het gemiddelde van andere vleesrassen.  Het is sappig en heeft een bijzondere smaak met zachte wildtoetsen

Arthur Le Caisne catalogeert het vlees zelfs bij de top van alle runderrassen.  Nog volgens mijnheer Le Caisne wordt de smaak van rundvlees niet zozeer door het spiervlees, maar wel door het vet om en in de spieren bepaald.  En laat de Heilan Coo nu net veel extramusculair vet hebben.

bron:

“Het handboek van de slager” door Arthur Le Caisne

We kiezen er bewust voor niet met het biolabel te werken.  Grasgevoerd natuurvlees gaat immers nog een stap verder.  Bij biovlees mag er namelijk nog op stal afgemest worden, onder andere met soja en granen, en worden additieven (de gekende E-nummers) aan het vlees toegevoegd.  Er wordt bij ons geen soja of krachtvoer gegeven en E-nummers zijn al helemaal uit den boze.  Als er in de winter al bijgevoerd wordt, gaat het over hooi of voordroog.  Bovendien is dit sterke ras bestand tegen het leven buiten en staan onze dieren niet op stal.  Ze leven en grazen heel het jaar door op de weide of in het bos.

De Schotse Hooglander is een traaggroeiend ras dat daar bij ons ook de tijd voor krijgt.  Highlanders worden pas op latere leeftijd geslacht dan de meer gekende vleesrunderen.  De kalfjes groeien gewoon bij hun mama op en worden pas ten vroegste op 8 à 10 maanden gespeend.  Intussen leven ze een gezapig leven in de vrije natuur waarbij we de kudde op natuurlijke manier laten groeien en zo weinig mogelijk aan de rangorde veranderen.  Het wegnemen of bijzetten van runderen brengt vaak stress met zich mee en gebeurt dus enkel waneer het echt noodzakelijk is.  En dan zijn er nog de welnessmomentjes, massages en krabbeurten als surplus.  De dieren die het toelaten worden bij ons immers extra verwend. 

Het feit dat deze dieren nagenoeg zonder stress leven, heeft ongetwijfeld alleen maar een positief effect op hun vlees.